Levensloop


Dr. Edith Stein

edith-stein-schilderij

Schilderij van Karin Deneer

Edith Stein, jodin, filosofe, bekeerling tot het katholieke geloof, karmelietes, werd geboren op 12 oktober 1891. Zij was het jongste kind van het joodse gezin van Siegfried Stein en Augusta Courant.
Haar opvoedingsmethode was doordrongen van een drang naar waarheid, goedheid, menselijkheid en hartelijkheid, maar ook van de waarde van de vrouw in haar tijd. In haar privé-leven was Edith eenvoudig, arm en onthecht. Vele uren bracht zij door in de kloosterkapel, diep verzonken in gebed. De H. Eucharistie was voor haar een dagelijkse noodzaak. In 1932 werd zij docente aan het Duitse instituut voor wetenschappelijke pedagogie in Münster. In 1933 mochten joden geen les meer geven aan scholen, zodat Edith haar beroep moest opgeven.
14 Oktober 1933 trad Edith in bij de Karmelietessen in Keulen. Zij had dit al in 1922 willen doen. Op 15 april 1934, bij haar inkleding, ontving zij de naam Teresia Benedicta a cruce: Teresia, gezegend door het kruis. Zij leidde een leven van gebed, stipte plichtsvervulling en nederigheid. Pasen, april 1938, legde zij haar eeuwige geloften af. Hetzelfde jaar, op 31 december, moest zij uitwijken naar Nederland, omdat de jodenvervolging in Duitsland te heftig werd. Door een bevriend arts werd zij over de grens gebracht naar de Karmel van Echt. Enige tijd later kwam ook zus Rosa, die na de dood van haar moeder in 1936 ook katholiek geworden was, naar Echt. Rosa werd portierster van het klooster. In 1940 vielen de Duitsers Nederland binnen en ook hier begon de jodenvervolging. Naar aanleiding van het voorlezen van een brief van de Nederlandse bisschoppen tegen de deportatie van de joden, werden Edith Stein en haar zus Rosa in Echt opgehaald door de Gestapo. Het was zondag 2 augustus 1942 omstreeks 17.00 uur. Op de Peyerstraat stond de overvalswagen. Edith en haar zus werden door twee soldaten met het geweer in aanslag van het klooster naar de Peyerstraat gebracht. Zij werden eerst naar Westerbork vervoerd en enkele dagen later naar Auschwitz. Op 9 augustus werden zij vergast bij het kamp Birkenau in een verbouwde boerderij, “Het Witte huis”. Paus Johannes Paulus II verklaarde Edith Stein op 1 mei 1987 bij zijn bezoek aan Keulen zalig. Op 11 oktber 1998 werd zij te Rome heilig verklaard om een voorbeeld te zijn voor de moderne mens.
In 1999 benoemde de Paus Edith Stein tot Patrones van Europa en in 2005 tot Patrones van de wereldjongerendagen.

 

 

Uit het  Kath Nieuwsblad van 3 augustus 2007.

Echt: Edith Stein

Op 9 augustus1942 werden Edith Stein en haar zus Rosa vergast in het concentratiekamp Auschwitz. Ze waren een week eerder opgepakt in het klooster van de zusters karmelietessen in het Limburgse Echt. Daar hadden ze in 1938 hun toevlucht gezocht omdat ze als katholieken van joodse afkomst in hun geboorteland Duitsland niet meer veilig waren.

 

Na de Duitse inval in Nederland lieten de Duitsers de katholieke joden aanvankelijk met rust, maar nadat de Nederlandse bisschoppen in juli 1942 openlijk hadden geprotesteerd tegen de jodenvervolging, werden zij alsnog gedeporteerd. Edith Stein was afkomstig uit een orthodox joods gezin. Ze studeerde filosofie en haar filosofische zoektocht naar de waarheid bracht haar tot het katholieke geloof. Het lot dat zij moest ondergaan, zag zij als een offer voor haar joodse volk. Paus Johannes Paulus II verklaarde Edith Stein in 1998 heilig.
Aanvankelijk concentreerde de verering voor Edith Stein zich rond het klooster van de karmelietessen in Keulen. Vanuit Duitsland kwamen regelmatig bezoekers naar het klooster in Echt.

De aandacht voor haar in deze plaats kreeg een impuls bij de 25e herdenking van haar dood in 1967. Er werd toen in Echt een comité opgericht dat tegenwoordig als ‘Stichting Edith Stein Echt’ haar gedachtenis in haar laatste woonplaats levend wil houden.

Zoals elk jaar zijn ook nu haar sterfdag, 9 augustus, en de daarop volgende zondag, 12 augustus, herdenkingsdagen.
Op 9 augustus is er in de SintLandricuskerk om 19.00 uur een Eucharistieviering en op zondag 12 augustus om 10 uur is mgr. Everard de Jong, hulp- bisschop van Roermond, celebrant in een Eucharistieviering in het kader van de herdenking van Edith Stein.
Na deze Mis is er gelegenheid het Trefpunt Edith Stein te bezoeken.
De Stichting zorgt ervoor dat de bezoekers, van wie een belangrijk deel uit Duitsland en België komt, iets kunnen eten en drinken en ook het archief en de fototentoonstelling zijn dan te bekijken.
Het aantal bezoekers van buiten bij die herdenking wisselt nogal, zo vertelt mevr. J. Stassen-Muyrers, secretaris van de Stichting: van tien tot twintig. “Onze themadagen trekken veel meer bezoekers
en onze jubileumactiviteiten in mei werden zelfs door mensen uit Amerika bezocht.”

De heiligverklaring van Edith Stein in 1998 heeft ook in Echt de belangstelling voor haar doen toenemen. Een Edith Stein-route voert langs verschillende gedenkplaatsen in Echt. De route begint op de Nieuwe Markt en leidt naar het oorlogsmonument dat bij het stadhuis is opgericht ter nagedachtenis van alle oorlogsslachtoffers uit Echt. Vervolgens gaat het naar de Peyerstraat waar zich voor het huis met nummer 16 een gedenksteen in het trottoir bevindt. Op deze plek werden Edith en Rosa Stein door de Gestapo afgevoerd. Daarna voert de route naar het karmelklooster en naar de Edith Steinstraat aan de achterzijde ervan. De kapel is dagelijks geopend, maar het klooster zelf is niet toegankelijk. De zusters leven in strenge afzondering en buitenstaanders kunnen slechts de plaats zien van Edith Stein in de kapel en een kamertje bezoeken waar zij huishoudelijk werk deed. Op dit adres werden Edith en Rosa door de Gestapo gearresteerd.

edith-stein-fotos-uit-folder-route

Verderop staat bij de Sint-Landricuskerk een monument ter herinnering aan Edith Stein, In de kerk zelf bevindt zich een drieluik. Hierop is Edith Stein te zien, geflankeerd door twee heiligen die een grote rol speelden in haar leven: Teresia van Avila en Johannes van het Kruis. Eindpunt is het Trefcentrum Edith Stein waar een permanente expositie, een diapresentatie en een bibliotheek aan haar zijn gewijd.

zijbeuk-edith-stein

 

Het Edith Stein Trefcentrum is iedere 3e dinsdag van de maand geopend van 9.30 uur tot 12.00 uur.
Voor bezoeken op andere tijdstippen gelieve U contact op te nemen met
Mw. J. Stassen- Muyrers (0475) 482136 of 06 51 08 51 79.
Zij kan ook inlichtingen geven over de – beperkte- mogelijkheid het klooster te bezoeken.

 

De geestelijke grootheid van Edith Stein.
auteur Mw J.P.E.M. Stassen- Muyrers

Edith Stein werd op 12 oktober 1891 te Breslau geboren als elfde kind van Siegfried en Augusta Stein, die als vrome Joden bekend stonden. Kort na Edith’s geboorte sterft haar vader. Moeder Augusta Stein – Courant neemt de leiding van de houthandel op zich. Zij is een overtuigde Jodin, die haar gezin in de rijkdom van de Joodse spiritualiteit voorgaat.

De kleine Edith is hoogbegaafd, verafschuwt de kleuterschool en begint enthousiast voortijdig aan het basisonderricht. Toen ze veertien jaar oud was, voltrok zich een diepgaande fase in haar ontwikkeling. Ze had de meisjesschool volledig doorlopen en meldde zich tot verbazing van haar familie en tot ontzetting van haar leraren van school af. Zij  vertrekt  voor een jaar naar haar zus in  Hamburg. Zij had genoeg van de studie en verklaart dit vanuit de onrust, teweeggebracht door de ontwikkelingsjaren en door de levensbeschouwelijke vragen die begonnen op te duiken. Gerijpt tot een jonge vrouw keert Edith naar Breslau terug. Ook de religieuze vragen acht zij opgelost, zij heeft het geloof de rug toegekeerd, heel bewust en uit vrije beslissing. Zij sluit vervolgens het  gymnasium met een schitterend eindexamen af.

In 1911 liet zij zich inschrijven  aan de universiteit te Breslau en studeerde ondermeer, geschiedenis , psychologie, germanistiek en filosofie. Het zoeken naar  de waarheid over de mens fascineerde haar steeds meer. Reeds in haar studietijd was Edith actief in de Duitse vrouwenbeweging. Daarin streed zij voor het vrouwenkiesrecht en voor het verwerven van gelijke rechten voor de vrouw in de wetenschappelijke wereld. Dat voor de vrouw in deze nog geen gelijke rechten aan de orde waren,   ervoer zij aan den lijve toen het voor haar onmogelijk bleek om verder te studeren voor het professoraat, met name omdat zij een vrouw was èn ze was joods.

Een van haar  belangrijkste lezingen was wel die in 1930 te Salzburg over “de ethiek van de vrouwelijke beroepen “Zij sprak daar als enige vrouw op de grote algemene vergadering van de Katholieke academici. Uit deze bijeenkomst kwamen de Salzburgse Hogeschoolweken voort.

In 1913 vertrok zij naar Göttingen om daar colleges te volgen bij de filosoof, fenomenoloog Prof. Edmund Husserl. Toen de eerste wereldoorlog uitbrak zag zij het als een  verplichting om zich ter beschikking te stellen van het vaderland en werd zij voor een jaar vrijwilligster bij het Rode Kruis. Na deze korte dienst kwam zij opnieuw bij prof. Husserl – die intussen professor in Freiburg was geworden – terecht en rondde zij in 1916 haar studie af met het predicaat “summa cum laude “ Zij publiceerde haar eerste geschriften en werd wetenschappelijk assistente bij prof. Husserl.  Bij hem promoveerde zij  in de filosofie op het proefschrift “Zum Problem der Einfühlung “ Zij had een oprechte drang om de zin van het menselijk leven te vinden en dit werd uiteindelijk een zoeken naar de waarheid. Waarom bestaat de mens? Wat is de zin van het leven?

De weg van Edith Stein naar het volle geloof in God was een lang en moeizaam zoeken. Als ze later een terugblik werpt op haar leven, ontdekt ze de samenhang in hetgeen een reeks toevalligheden scheen te zijn.  “Meine Sehnsucht nach Wahrheit war ein einziges Gebet “ zegt ze later, wanneer zij haar bijna tienjarige strijd om tot volledige geloofsovergave te komen, wil karakteriseren. De filosofe Edith Stein was van het geloof van haar kinderjaren vervreemd en zocht door filosofisch speurwerk uitsluitsel over de waarheid van het menselijk leven. Het persoonlijk levensgetuigenis van Christelijke vrienden, de invloed van Edmund Husserl met zijn radicale objectiviteit, de waarde-ethiek van Max Scheler en de godsdienstfilosofie van Adolf Reinach plaatsten de wetenschappelijke georiënteerde Edith voor nieuwe mogelijkheden. Zij las het Oude Testament en was onder de indruk van het Nieuwe Testament. De ontmoeting met de mystiek van de Spaanse Teresa van Avila was doorslaggevend voor haar besluit om haar bestaan binnen het kader van het geloof in God te gaan leiden.

Zij werd in 1922 door Deken Eugeen Breitling in de Sint Martinuskerk te Bergzabern gedoopt.

Voor haar familie en zéker voor moeder Stein was haar bekering tot de katholieke kerk onvoorstelbaar en verdrietig. Terwijl haar moeder Jodendom en Christendom absoluut  als onverenigbaar beschouwde, ervoer Edith zelf haar bekering als een nieuwe ontdekking van de religieuze waarde van het Jodendom.

Andere opmerkelijke aspecten in haar rijke leven waren het doceren in Breslau, Speyer en Münster en het beoefenen van het gebed, waarbij zij een grote steun vond. Zij bezat de charismatische gave van het luisteren, helpen en te dienen.

Haar activiteiten als lerares werd gekenmerkt door haar rijke, sterke persoonlijkheid en haar geloofsovertuiging. Door haar eenvoud, haar vakkennis en haar pedagogisch talent maakte zij op haar leerlingen een onvergetelijke indruk, zij was bovendien een uitstekend spreekster op pedagogische studiedagen en congressen in binnen –  en buitenland. Of Edith Stein zich nu bekommerde om haar leerlingen, druk bezette vrouwen, studenten, of om novicen die een spiritueel leven nastreven, steeds liet zij allen aan haar rijkelijk gevulde wezen deelhebben. Een van haar studente heeft dit mooie getuigenis nagelaten “Ik was zeventien. Doctor Edith Stein leerde ons Duits, maar in feite leerde zij ons alles. Wij waren nog zeer jong, maar niemand van ons zal de betovering vergeten die uitging van heel haar persoonlijkheid. Elke dag zagen wij haar neerknielen op haar bidstoel tijdens de Eucharistieviering. Zij liet ons aanvoelen wat de volmaakte harmonie is tussen het geloof en de concrete levenshouding . Voor ons was zij hét voorbeeld “

Begin 1933 brengt voor velen en ook voor Edith, een wending mee. Zij begrijpt dat het nationaalsocialisme niet alleen maar een politieke partij wil zijn, maar ook een mythe en een  wereldbeschouwing.  Zij vat het plan op om Paus Pius X1 – lang voordat zijn encycliek “Mit Brennerder Sorge “werd gepubliceerd –  in een particuliere audiëntie te verzoeken een encycliek over de Jodenkwestie uit te vaardigen.

Omdat deze audiëntie geweigerd werd, schreef Edith een  brief aan Paus Pius X1 waarin zij uiteenzet hoe de vijandigheid tegenover het Joodse volk een voorbode is van grote vervolgingen ook voor de Christenen en de kerk.  Kort daarna ontving zij schriftelijk de Pauselijke zege.  Edith’s vermoedens zouden spoedig werkelijkheid worden. Reeds in april 1933 begonnen de nieuwe machthebbers met de “zuivering “ van universiteiten en hogescholen. De antisemitische houding van het Derde Rijk maakt een eind aan haar werkzaamheid als docente te Münster.

Op 14 oktober 1933 ging eindelijk  haar grote wens in vervulling en trad zij in grote innerlijke rust in bij de Karmel van Keulen. “Bijna 12 jaar was de Karmel mijn doel. Nu waren de muren die mij beletten dit te doen, ingestort. Mijn werkkring was beëindigd.“ Bij haar inkleding  op 15 april 1934, ontving zij de naam Teresia Benedicta a Cruce: Teresia, gezegend door het Kruis. Zij leidde een leven van gebed, stipte plichtsvervulling en nederigheid. Grote vreugde voor Edith als op 24 december 1936 haar zus Rosa eveneens gedoopt wordt en tot de Katholieke kerk toetreedt. Edith legt op 21 april 1938, haar eeuwige geloften af. Na de gewelddadigheden van de “Reichskristallnacht “ was het definitief duidelijk met welke brutaliteit de nationaal –  socialisten tegen de Joden optraden. Dit betekende voor Edith niet slechts dat haar eigen leven in gevaar was, maar ook dat van haar medezusters in Keulen. Zij stemde in met een verhuizing naar Nederland. In de nieuwjaarsnacht van 1938-1939 , werd zij  door de bevriend arts, Dr. Paul Strerath, over de grens gebracht naar de Karmel van Echt in Limburg. Enige tijd later volgde haar zus Rosa, zij  werd portierster van het klooster.

Op 2 augustus 1942 werd zij tezamen met haar zus Rosa door de Gestapo gearresteerd en gedeporteerd om tenslotte door gruwelijke vergassing als martelares te sterven in het vernietigingskamp Auschwitz.

De rede van deze deportatie was het op 26 juli 1942 in de kerken voorgelezen herderlijk schrijven van het Nederlandse Episcopaat, waarin krachtig geprotesteerd werd tegen de Jodenvervolgingen.

Edith Stein verbleef van 31 december 1938 tot 2 augustus 1942,   binnen de muren van het Karmelklooster te Echt, Limburg. Zij schreef hier haar laatste boek ‘Wetenschap van het Kruis “ In haar testament, ondertekend op 9 juni 1939 schrijft zij: “Reeds nu neem ik de dood die God mij heeft toebedacht, in volledige onderwerping aan Zijn  heilige wil, met vreugde aan. Ik smeek de Heer dat Hij mijn leven en sterven moge aanvaarden tot Zijn eer en verheerlijking “

Zij  heeft zich nooit tegen haar volk gekeerd. Zij bekeerde zich immers niet vanuit  het Jodendom maar vanuit het atheïsme.

Zij leed mee met het lijden van haar volksgenoten. Toen zij uiteindelijk zelf slachtoffer werd en de Gestapo aan de kloosterpoort te Echt stond, heeft ze haar deportatie bewust beleefd in solidariteit met haar miljoenen lotgenoten. “Kom, wij gaan voor ons volk “waren haar laatste woorden welke Edith tegen Rosa sprak nadat zij gearresteerd waren en het klooster in Echt moesten verlaten op weg naar Westerbork en Auschwitz.

Paus Johannes Paulus 11 noemde deze bijzondere vrouw Dochter van Israël en trouwe Dochter van de Kerk. Hij wees op de brugfunctie die deze Katholieke Jodin kan vervullen in de verhouding Jodendom – Christendom.

Van haar hand verschenen vele boeken. Haar nagelaten geschriften zijn van onschatbare waarde en kunnen ongetwijfeld veel  in deze brugfunctie bijdragen.

Op 1 mei 1987 werd de Karmelites, Zr. Teresia Benedicta van het Kruis Edith Stein, door Paus Johannes Paulus II zalig verklaard en op 11 oktober 1998  heilig verklaard.

In 1999 benoemde de Paus Edith Stein tot patrones van Europa en in 2005 tot patrones van de Wereld jongerendagen.

Op 11 oktober 2006 werd, in de arcaden van de St. Pietersbasiliek te Rome, een standbeeld van Edith Stein door Paus Benedictus XV1 ingezegend.

Haar benoeming tot kerkleraar laat waarschijnlijk niet lang meer op zich wachten.

Dr. Edith Stein, Zuster Teresia Benedicta a Cruce, een van de grote vrouwen van de twintigste eeuw: filosofe, zoekende, vindende, gelovige, Joodse Christelijke vrouw, Karmelietes, geloofsgetuige, heilige – een fascinerend, sprekend, uitnodigend en inspirerend leven voor onze tijd.


Zoeken