Een interessante passage “De Karmelorde en de Karmel Echt” uit het zeer boeiende boek van Dr. Willem Heemskerk “De heilige Edith Stein en haar tijd”

2 januari 2008


De Karmelorde en de Karmel Echt

De Orde in historisch perspectief

Wat weten wij van de Karmelieten (deze benaming begint met een K of een C) in Nederland? Gesteld kan worden dat zij als zogenaamde Provincie van de Orde van Zusters en Broeders van O.L. Vrouw van deberg Karmel, in de historie teruggaan naar een aantal- in
een groep verenigde- eremieten (kluizenaars), die leefden in het Karmelgebergte in het tegenwoordige Israël in de eerste jaren van de13e eeuw n.Chr.
Eigenlijk wordt de naam van de Orde aan genoemd Karmelgebergte ontleend.
Men bedenke daarbij dat al tijdens de 9e eeuw v.Chr. een groep profeten leefde rond de profeet Elia, die daar de God van 1sraël vereerde. Het was in deze profeet Elia dat het oude christendom ‘de vader van het monnikendom’ zag. Kennelijk boeide Elia de eremieten op de berg Karmel zo, dat zij met hem in eenzaamheid eenleven wilden leiden. Het trok hen aan dichtbij de bron van Elia te leven. Een kapel ter ere van de H.Maria kon daarbij niet gemist
worden Albertus van Avogrado (1150- 1214), patriarch van Jeruzalem, nam de taak op zich
een leefvorm voor hen op te stellen. Daaraan gaf Paus Innocentius IV in 1247 zijn formele
goedkeuring. Het was vanuit de Duitse provincie dat in het jaar 1249 in Haarlem het eerste
Karmelietenklooster in ons land werd gesticht. Vanuit Haarlem volgde destichting van
meerdere kloosters o.a. in Utrecht (1468).
Vlissingen werd in het jaar 1410 gesticht vanuit de toenmalige provincie in Noord Frankrijk:
Francia. Rond 1570- tijdens de reformatie- brak voor de Karmels in de Nederlanden een
droevige periode aan. Zij gaan dan voor ons land verloren, totdat in het jaar 1653 in Boxmeer
vanuit Vlaanderen weer een Karmelietenklooster wordt opgericht, en in 1672 in Elzendaal een
Karmelietessen-klooster. De convenanten van de Karmel in de 17e en 18eeeuw werden
gekenmerkt door vooral een godvruchtig gebedsleven, een eenvoudige levensstijl, en een nauwgezet gemeenschapsleven. De Karmel was in de loop der jaren van grote importantie voor het middelbaar onderwijs, het parochiële werk, de bediening van de sacramenten en assistentie in de parochies.
Met name na de Duitse Kulturkampf (1872- 1879) werden vanuit Boxmeer diverse kloosters gesticht. Er zijn thans nog acht (OCD) Karmelietessenkloosters in Nederland, onder andere in Echt en Beek (L).
In het jaar 1967 werd met de creatie van het Titus Brandsma Instituut een wetenschappelijk instituut in het leven geroepen voor de studie van spiritualiteit en mystiek, dat voor de Karmelorde wereldwijd en voor vele anderen in de kerk en samenleving van niet te onderschatten invloed is.
Ook kan niet aan de nieuwe ontwikkelingen – met name onder invloed van het Tweede Vaticaans Concilie (1962- 1965)- worden voorbijgegaan. Deze raken immers alle kloosterorden- zo ook de Karmel – waarbij natuurlijk ook hun autonomie een rol speelt.
Zij gaan over de visie op de clausuur (de afgesloten kloosterruimte); het omgaan casu quosamenwerken met andere Orden en het al dan niet deelnemen aan ‘Tagungen’. Dat daarover lang niet altijd uniformwordt gedacht blijktbijvoorbeeld uitde rede die P. Ulrich Dobhan  OCD uitsprak hij gelegenheid van de 80e verjaardag van de bekende Zr. M. Amata Neyer OCD in de Karmel te Keulen op 21 april 2002. Zr.Amata pleit, met zuster ‘Teresia van Avila voor gelijkheid in de benadering ten deze van Zusters en Broeders. Daarbij constateert zij ook dat sinds de tijden van Teresia van Avila (16e eeuw) op velerlei terreinen heel wat veranderd is. De geschiedenis heeft nadien blijk gegeven  van andere – redelijk te verklaren – minder strikte visies, ook op specifieke taakvervullingen binnen kloosters, waarvan met name Zr. Edith Stein een voorbeeld is. Immers Edith Stein was geleerde en ‘Schriftstellerin’ bij uitstek en haar van het normale afwijkende taakstelling in déze (met ontheffing) in het klooster werd kennelijk algemeen geaccepteerd. Ik vind dat ‘met anderen’ wel terecht. Anderzijds blijf ik ook de autonomie in elk kloosterleven een belangrijk gegeven vinden.

Foto 1
Gedenksteen Karmel klooster in Echt met op de voorgevel H. Zuster Edith Stein
Beeldhouwer Joop Utens

foto-uit-folder

Foto 2
De cel van Zr. Edith in het klooster van Echt.
(Bron: Edith Stein (Les) brief van R. Vroomen en M. Pennings, Echt 1998.
Drukkerij Koenen v.o.f., Echterbosch- Echt).

website-kamer-edithkopie

Foto 3
Dit document (verblijfsvergunning Edith Stein) is overgenomen uit het boek
“Als een brandende toorts”, Echt 1967.

website-verblijfsvergunning-edithkopie

Foto 4
Glas- in- lood ramen  in de kapel van dit klooster. (van E.Laudy)
Voorstellende respectievelijk van links naar rechts :
de H. Teresia van Avila; Edith Stein als jonge vrouw; Edith Stein als Karmelietes OCD;
de H. Joannes van het Kruis.
(Foto in kleur: GEGO Mediadesign)

website-raam-karmel-kapel-echt

 

Het Echter Karmel klooster

De oprichting van een Karmelklooster in Echt is een direct gevolg van de zogenaamde  Secularisatiewetten van Otto Eduard Leopold von Bismarck (1815- 1898) in de tijd van de
‘Kulturkampf’. Deze laatste hangt samen met een conflict tussen Staat, met name Pruisen, en
de Katholieke kerk, waarin vooral de paus het moest ontgelden. Hierdoor namen vele Duitse geestelijken in de tweede helft van de 19e eeuw de wijk vanuit Duitsland naar Nederland.
Vanaf 1874 zochten de Karmelietessen van Keulen onderkomen in Nederland. Door
bemiddeling van haar Priorin werd een ruim woonhuis met tuin in Echt gekocht. Dat
gebeurde via een bevriende relatie, namelijk de heer Rittwegen. Op 3 april 1875 vertrokken de eerste zusters naar de nieuwe (Echter) Karmel, toegewijd aan de H.Familie en de H. Vader
Elia. Men sprak over twintig zusters die zich hier vestigden.
Zusters van (andere) orden kwamen toen naar Roermond en Maastricht. Uit de annalen blijkt
dat de ontvangst in Echt heel hartelijk was. Half Echt was uitgelopen om de nieuwkomers te
begroeten. Velen kwamen de arme zusters te hulp. Na enige tijd namen de paters Cisterciënzers van de Abdij Lilbosch de geestelijke verzorging op zich.
Ook de paters Jezuïeten hadden een goede band met de Karmel, hier en elders. Door vele
giften onder andere uit Duitsland konden de zusters Karmelietessen een eigen klooster en
kapel bouwen. Uit de literatuur over parochie en geestelijkheid van Echt blijkt dat de zusters
omstreeks 1880 een beschermer kregen in de Echter pastoor H. Kerbosch, die niet alleen
biechtvader van de zusters werd, maar ook haar tijdelijk heil- zoals men dat uitdrukte-
bevorderde door haast te maken met de nieuwbouw van de clausuur. Ook de Belgische
Karmelietessen hielpen mee, opdat langzaam aan een klooster gebouwd konworden volgens
de voorschriften van de H. Kloosterregel. De eerste steen voor het klooster werd gelegd op
3 mei 1879 en die voor de kerk het volgend jaar, op 11 maart. De laatste (kennelijk bedoeld
“kapel”) kwam in 1885 gereed. Door de Generaal der Orde was al op 13 september 1882 de
clausuur plechtig ingezegend…, zodat de Karmel te Echt gesticht was “voor goed”. En van dat ogenblik af is dit klooster voor Echt een rijke bron van zegeningen geweest. H. Kerbosch was pastoor van Echt van 1840 – 1884 en stond daar zeer in aanzien. Heel veel jaren later (1992) zijn, in het kader van de restauraties onder andere in de kapel de fraaie glas- in-lood-ramen aangebracht, zulks in de voorgevel, maar van binnen uit zichtbaar voor de zusters. Zo krijgen Zr. Edith Stein, de H. Teresia van Avila en de H. Joannes van het Kruis bijzondere aandacht.
De ramen, ontworpen door de Heerlense kunstenaar E. Laudy, werden op 9 augustus 1992 –
in het bijzijn van onder andere de burgemeester mr. L. Janssen en representanten van de
Stichting Edith Stein ECHT door bisschop mgr.dr. J. Gijsen – die sterk in leven en denken
van Zr.dr. Edith Stein geïnteresseerd is – plechtig ingezegend. Mgr. Gijsen is thans bisschop in IJsland (Reykjavik). Zr. Priorin Marie-José en de hele kloostergemeenschap van 13 zusters – zij kwamen hier in 1986, na vertrek naar Beek van de Karmelietessen mèt Priorin Marie-Louise – toonden zich daarover zeer opgetogen. Bij mijn komst in Echt als burgemeester per
1 april 1966 was priorin van de Karmel aan de Bovenstestraat Zr. Elisabeth (Rasenberg). Deze gewaardeerde Zuster werd in mei 1971 opgevolgd door zuster Marie-Louise (Stijns), met wie -evenals met de medezusters- het Edith Stein gezelschap Echt ook vele spirituele contacten heeft gehad. Wij kunnen nog altijd dankbaar zijn voor haar grote gastvrijheid (ook in het pand Bovenstestraat 46) in verband met vergaderingen, archiefruimte, ontvangsten van bezoekers en diverse manifestaties in Echt. Ook bestond er een goede relatie met de dekenale
H. Landricuskerk, waarvan, zoals vermeld, eertijds de markante mgr. J. Joosten,
pastoor-deken was.
Het is overigens de vraag of de Zusters Karmelietessen die in 1986 uit Echt naar Beek vertrokken, dat ook hadden gedaan als zij geweten hadden dat Edith Stein al op 1 mei 1987 zalig verklaard zou worden.
Gedurende de eerste wereldoorlog waren de zusters volledig afhankelijk van de vrijgevigheid van familie, vrienden en bekenden. Die bekenden bevonden zich vooral onder de Echter burgerij. Een opmerkelijke bewoonster van de Echter Karmel was vroeger zuster Maria Gertrudis (Maria Erzberger). Zij was de dochter van de Duitse minister van financiën, Mathias ( Matthias eigen red.) Erzberger, die in 1911 ( 1921 eigen red.) vermoord is. Zij ligt begraven bij het klooster in Echt. De bekendste zuster is uiteraard Theresia Benedicta a Cruce (Edith Stein), die – elders werd dit al aangetipt- van 31 december 1938 tot 2 augustus 1942 binnen de muren van de Echter Karmel verbleef.
Voor een groot deel tezamen met haar zus Rosa, lid van de Derde Orde portierster in het klooster. Voor wat de feiten aangaat is nog vermeldenswaard, dat bij gelegenheid van het eeuwfeest van het verblijf van de Karmelietessen OCD in Echt (1975) de onlosmakelijk met Echt verbonden Kloostergemeenschap de zilveren Erepenning van de stad Echt ontving. Deze geste van het gemeentebestuur werd zeer op prijs gesteld.


Zoeken